Hoofdluisprotocol
Behandeling hoofdluis
Wat zijn hoofdluizen en neten?
Hoofdluizen zijn kleine, grijs grauwe beestjes van ongeveer 3 mm lengte. Ze voeden zich met bloed uit de hoofdhuid en komen alleen bij mensen voor. Ze leven dicht bij de hoofdhuid en tussen de hoofdharen. Iedereen kan ze krijgen. Luizen maken geen onderscheid tussen schoon en vies, lang of kort haar. Ze kunnen zich met hun pootjes heel stevig aan het haar vasthouden, ook tijdens het wassen. Regelmatig wassen helpt niet tegen hoofdluis. Een volwassen hoofdluis leeft ongeveer één maand op het hoofd. Hoofdluizen overleven kort buiten de mens.
Vrouwelijke volwassen hoofdluizen leggen ongeveer 4 tot 8 eitjes per dag, dit zijn de neten. Waar neten zitten, zijn ook meestal luizen. De vrouwelijke luis plakt de neten met een niet in water oplosbare kitstof vlak bij de haarinplant. De neten zijn tonvormig en ongeveer 0,8 mm lang. Luizen hebben een voorkeur voor warme, vochtige en donkere plekken op de hoofdhuid zoals onder de pony, achter de oren en in de nek. Daar leggen ze ook de neten. De neten komen na 7 tot 9 dagen uit. Na 7 tot 9 dagen beginnen nieuwe luizen ook met neten leggen.
De kleur van neten varieert van witgeel tot grijsbruin. Witte neten lijken op roos. Het verschil met roos is dat roos los zit en gemakkelijk uit de haren valt. Neten zitten vast aan de haren gekleefd. Als het haar groeit, komen neten steeds verder van de hoofdhuid af. Neten die meer dan 1 cm van de hoofdhuid af liggen zijn lege of oude neten.
Luizen kunnen niet springen of vliegen. Het zijn overlopers. De besmetting vindt plaats door direct haar-haarcontact. De rol van overdracht via kammen, mutsen, jassen, petten, beddengoed etc. is nooit wetenschappelijk aangetoond.
Opsporen en behandelen.
De aanwezigheid van luizen kan worden vastgesteld door het kammen met een fijntandige kam zoals een luizen- of een netenkam. Het is belangrijk de voorkeursplaatsen (onder de pony, achter de oren en in de nek) goed na te kijken. Dit kan door pluk voor pluk de haren op te tillen en zorgvuldig de hoofdhuid na te kijken op de aanwezigheid van luizen en neten.
Hoofdluis en neten moeten zo snel mogelijk behandeld worden. Hoe langer men wacht met de bestrijding , hoe groter de kans wordt dat de luis overloopt naar anderen. Veruit de beste methode is de kammethode.
De GGD adviseert de volgende aanpak:
- Gedurende 14 dagen dagelijks kammen van het haar met een netenkam.
- Eventueel in combinatie met luizendodende middelen.
- Na-controle.
Het kammen gaat gemakkelijker als het haar nat gemaakt wordt. Doe ruim crèmespoeling in het haar. Kam eerst met een gewone kam de klitten uit het haar. Kam met een netenkam het haar. Spoel het haar na de kammen goed uit en ontsmet de kammen.
Aanvullende maatregelen op de behandeling.
- Controleren van overige gezinsleden.
- Waarschuwen van de direct omgeving (spotclubs, vriendjes, opa’s en oma’s etc)
- Ontsmetten van huis, meubels, kleding, knuffels etc. is niet (meer) nodig. Het is nooit bewezen dat luizen op deze manier overlopen van de één naar de ander.
Zolang er levende luizen of niet uitgekomen neten op het hoofd aanwezig zijn, blijft iemand besmettelijk.
Preventie.
Een hoofdluisbesmetting is nooit helemaal te voorkomen. Er bestaat geen immuniteit tegen hoofdluis. Er zijn wel maatregelen mogelijk om besmettingskans te verkleinen. Regelmatige controle zowel thuis als op school helpt om het aantal besmette kinderen zo laag mogelijk te houden. Het preventief gebruik van chemische of hoofdluismiddelen wordt afgeraden. Het onnodig gebruik van deze middelen werkt het ontstaan van resistentie in de hand.
Op youtube zijn meerdere filmpjes te vinden waarop te zien is hoe je hoofdluizen kan herkennen.
De taak van de school.
Binnen de school is een groep ouders actief om regelmatig de hoofden van de kinderen te controleren op de aanwezigheid van hoofdluizen en/of neten. In de eerste week na iedere schoolvakantie worden alle leerlingen gecontroleerd. Als er luizen en/of neten worden aangetroffen worden de betreffende ouders daar meteen over geïnformeerd door de controlerende hulpouders. Indien mogelijk wordt het kind van school opgehaald voor behandeling en kan daarna (dezelfde dag) weer naar school terug keren. Als het niet mogelijk is om het kind op te halen blijft het gewoon in de klas en moet het na schooltijd behandeld worden.
Als uw kind hoofdluizen heeft moet u dit altijd melden bij de leerkracht, zodat de andere ouders hierover geïnformeerd kunnen worden. De groep zal dan gecontroleerd worden of er nog meer kinderen besmet zijn. Na twee weken zal een hercontrole plaats vinden.