Zorgplan dyslexie
mei 2012
gebaseerd op het protocol Leesproblemen en Dyslexie
In de kleutergroepen wordt gewerkt met de tussendoelen beginnende geletterdheid.
De onderstaande tussendoelen zijn onze richtlijn bij de taalactiviteiten:
- Boekoriëntatie
- Verhaalbegrip
- Functie van geschreven taal
- Relatie tussen gesproken en geschreven taal
- Taalbewustzijn
- Alfabetisch principe
- Functioneel schrijven en lezen
- Technisch lezen en schrijven (start)
- Technisch lezen en schrijven (vervolg)
- Begrijpend lezen en schrijven
We werken met de map ‘Fonemisch bewustzijn’ (CPS) en Villa Letterpret (Klassewerk)
Er is een uitdagende omgeving voor het spelen en omgaan met letters.
In de kleuterperiode kan al worden vastgesteld bij welke kinderen de ontwikkeling in geletterdheid dreigt te stagneren. Voor deze kinderen komt het erop aan dat er tijdig stappen worden genomen om latere lees- en spellingproblemen tegen te gaan. Het is daarom belangrijk om in de kleutergroepen de ontwikkeling van geletterdheid goed in kaart te brengen en bij stagnatie extra begeleiding te bieden.
Kinderen met een risico voor dyslexie kunnen al tegen bepaalde moeilijkheden aanlopen. Bijvoorbeeld:
- Problemen bij algemene lesactiviteiten:
- Trage verwerking van talige informatie als gevolg van een algemeen automatiseringsprobleem.
- Niet begrijpen van complexe taken
- Moeite met onthouden van meervoudige instructie
- Moeite met onthouden of ophalen van namen uit het geheugen.
- Woordvindingsproblemen
- Problemen bij voorbereidende leesactiviteiten:
- Moeite met het onthouden van de klank-teken koppeling (letterkennis)
- Moeite met auditieve analyse
- Moeite met auditieve synthese
- Moeite met het aangeven van de positie van een klank in een woord
- Moeite met het verklanken van een woord als bepaalde klanken worden weggelaten of toegevoegd
- Problemen bij voorbereidende rekenactiviteiten:
- Problemen met het ordenen van objecten
Stappenplan voor de kleuterjaren
Stappenplan voor groep 1:
Stap | Moment in het jaar | Actie door de leerkracht (en leesspecialist) |
Stap 1 | Aanvang groep | · Stimulering van geletterdheid middels de uitgangspunten van beginnende geletterdheid |
Stap 2 | Januari | · Acties en doelen vaststellen en vastleggen in het groepsplan voor leerlingen die onvoldoende opsteken van taalactiviteiten. Deze leerlingen krijgen ondersteuning in de kleine kring. |
Stap 3 | Januari – Juni | · Aanbod verrijken voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan taalactiviteiten |
Stap 4 | Juni | · Evaluatie van acties en doelen voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan taal activiteiten. |
Stap 5 | Einde schooljaar | · Overdracht naar de volgende groep |
Stappenplan voor groep 2
Stap | Moment in het jaar | Actie door de leerkracht |
Stap 1 | Aanvang groep |
|
Stap 2 | Januari |
|
Stap 3 | Januari – Juni |
|
Stap 4 | Juni |
|
Stap 5 | Einde schooljaar |
|
Groep 3
We werken met de methode ‘Veilig Leren Lezen’
Na elke kern worden de leerlingen getoetst met de toets Veilig en Vlot (het lezen van losse woorden)
Stap | Moment in het jaar | Acties door de leerkracht |
1 | Aanvang groep 3 |
|
2 | okt./nov. | Herfstsignalering met de toetsen van VLL |
3 | okt./nov. – jan./feb. | Interventieperiode 1
|
4 | jan./feb. (nadat alle letters zijn aangeboden) | Wintersignalering: methode gebonden toetsen, Cito Avi, DMT, Spelling |
5 | jan./feb. – april | Interventieperiode 2a
|
6 | april | Lentesignalering:
· Tussenmeting AVI en DMT zwakke lezers
|
7 | april – mei/juni | Interventieperiode 2b
|
8 | mei/juni | Eindsignalering:
· Afname Cito Avi, DMT, Spelling · Analyseformulier invullen · Ouders informeren, bespreken evt DST afname. Eventueel verwijzing specialistische hulp. · Overdracht naar volgende leerkracht. |
Groep 4
Stap | Moment in het jaar | Acties door de leerkracht |
1 | Aanvang schooljaar: augustus | Beginsituatie:
|
2 | Oktober/november |
|
3 | Januari/februari
( 2e helft januari, 1e helft februari) |
|
4 | April |
|
5 | Juni | · Afname AVI en DMT
· Afname Cito Spelling · Analyseformulier invullen · Ouders informeren, bespreken evt DST afname. · Overdracht naar volgende leerkracht |
Stappenplan Protocol dyslexie groep 5 t/m 8 ( zie ook de toetskalender, bijlage 1 )
Stap 1 | Aanvang schooljaar: augustus | Beginsituatie:
|
Stap 2 | Oktober/november |
|
Stap 3 | Januari
( 2e helft januari) |
Meetmoment 1
|
Stap 4 | April |
|
Stap 5 | Juni | · Afname AVI en DMT
· Afname Cito Spelling · Groepsplan evalueren en resultaten analsyeren · Ouders informeren, bespreken evt DST afname. · Overdracht naar volgende leerkracht |
Vermoeden van dyslexie
Sommige leerlingen leren spelenderwijs lezen en spellen als ze nog in groep 1 of 2 zitten. Bij veel andere leerlingen komt deze vaardigheid pas halverwege groep 3 goed op gang.
Wanneer gaat de leerkracht vermoeden dat er sprake zou kunnen zijn van een vorm van dyslexie?
De leerkrachten van de groepen 1 en 2 kennen de signalen die een aanwijzing kunnen zijn voor een vorm van dyslexie. Daarnaast worden alle kinderen van groep 2 gescreend op een dyslexierisico. Dit doet de ib-er. Wanneer hieruit signalen komen die duiden op een risico, wordt dit met de ouders besproken en krijgt de leerling extra instructie in of buiten de groep ( RT).
Een andere aanwijzing voor dyslexie is wanneer in de tweede helft van groep 3 het automatiseren van het lezen en /of spellen niet goed op gang is gekomen. Het kind blijft dan elk woord spellen en leest daardoor traag, of het leest onnauwkeurig en maakt veel radende fouten. Vaak zijn er ook problemen met het schrijven van woorden. Als ook bij één van de ouders dyslexie een rol speelt, is dit een extra aanwijzing.
Wanneer een leerling problemen heeft op gebied van lezen, krijgt hij extra instructie van de eigen leerkracht of de RT-er. Er wordt een groepslan opgesteld waarin de afspraken en doelen staan van de extra begeleiding. Dit plan wordt met regelmaat geëvalueerd en de resultaten van de aanpak worden vervolgens met de ouders besproken. Wanneer een leerling ondanks deze extra hulp een leesachterstand blijft houden, wordt het vermoeden van mogelijke dyslexie sterker. We hebben dan de mogelijkheid om een Dyslexie Screening Test (DST)af te nemen. Wanneer het vermoeden van dyslexie hierdoor versterkt wordt zullen we samen me de ouders bekijken welke vervolgstappen genomen kunnen worden. Een mogelijkheid is dat de ouders door een externe instelling een onderzoek laten verrichten om vast te laten stellen of er werkelijk sprake is van dyslexie. Ook kan uiteindelijk begeleiding door een instituut voor dyslexie een goede aanvulling zijn van de begeleiding op school.
Stappen na diagnose dyslexie
Wanneer dyslexie is vastgesteld door een gespecialiseerd instituut en wij het onderzoeksverslag ontvangen hebben, worden de ouders uitgenodigd voor een bijeenkomst met de intern begeleider en eventueel de leerkracht.
In deze bijeenkomst wordt de dyslexiebegeleiding in de bovenbouw uitgelegd. Dit doen we aan de hand van het document ‘dyslexiebegeleiding bovenbouw’ ( zie bijlage 2). Per vakgebied staat beschreven welke remediërende, compenserende en dispenserende maatregelen van toepassing zijn.
Vervolgens vult de leerkracht, samen met de leerling, een zogenaamde dyslexiekaart in ( blauwe kaart, zie bijlage 3) zodat helder is welke afspraken voor deze leerling gelden. De dyslexiekaart is terug te vinden in de klassenmap achter het tabblad ‘zorg’.
Ouders kunnen kiezen voor een behandeling door een gespecialiseerd instituut. We streven er naar dat deze behandeling zo veel mogelijk buiten de schooltijden plaatsvindt omdat de kinderen anders te veel missen van het reguliere programma op school. Als er behandeling plaatsvindt in een gespecialiseerd instituut, vindt er regelmatig telefonisch overleg tussen de leerkracht en behandelaar plaats.
Verdere begeleiding
Een keer per jaar wordt er door de intern begeleider een bijeenkomst georganiseerd voor de kinderen bij wie dyslexie is vastgesteld. Doel hiervan is dat kinderen zien dat zij niet de enige zijn met dit probleem, dat ze ervaringen kunnen delen en dat we kijken waar we als school nog iets kunnen verbeteren voor deze groep kinderen.
We vinden het belangrijk dat kinderen betrokken zijn bij hun resultaten, daarom bespreekt de leerkracht de toetsresultaten zoveel mogelijk individueel met de kinderen.